10+3=103 of 10+3=13? Hoe zit dat met het tiental? Er zijn nog een paar groep 3-kinderen die zich er echt het hoofd over breken. Ze vinden het lastig om te bedenken dat de 0 wel weg kan, maar dat het wel 10 blijft.

Het is inmiddels een bekend gegeven dat wanneer kinderen handelen, kijken, ruiken en andere zintuigen actief maken, ze de stof beter kunnen onthouden. Dus wordt het tijd voor een reken-doe-les op de speelplaats! Ieder kind krijgt een eierdoos. Hoeveel eieren, kurken, blaadjes of eikels kunnen er in 1 doosje? Dat is gemakkelijk voor de meesten: “10!” We gaan samen hardop tellen, en ja hoor: 10! Terwijl iedereen het ook echt gezien heeft dat er 10 stuks in het doosje zitten, doen we het doosje dicht. “Ehm… hoeveel zitten er ook al weer in?” “10!” Dat staat er zelfs op ;-). Het is 1 doos en we weten dat er 10 in zitten.

Dan gaan we blaadjes, eikels, kurken erbij tellen. 10 erbij 3, 10 erbij 5, enzovoort. En… hoe schrijf je dat? 1 doosje vol en 3 kurken erbij, dus 13; 1 doosje vol en 5 eikels erbij, dus: 15. Op de speelplaats maakt elk kind zijn/haar eigen sommen met een eigen eierdoos. Eerst het doosje volstoppen, klepje dicht en erbij tellen. Vervolgens het antwoord met stoepkrijt op de stoep schrijven.

Wat gaat de ochtend snel voorbij! Gelukkig kunnen de kinderen ook nog even ‘vrij spelen’, om ook te laten merken dat rekenen op de speelplaats ook echt rekenen is. Deze hardwerkende groep 3- kinderen hebben de buitenspeel-beloning dik verdiend!

Rekenen op de speelplaats. Het kan, het moet misschien wel, omdat die plek supergeschikt is om kinderen de rekenkundige begrippen te laten ERVAREN en daardoor beter te kunnen onthouden. Dan gaan kinderen rekenen vanzelf als ‘leuk’ ervaren!