Dit artikel met 10 buitenspeel-tips heeft Marja geschreven en is eerder verschenen in Praxis-bulletin nummer 7, maart 2016

1. Het belang van buitenspelen; Kinderen spelen één vijfde deel van hun schooltijd buiten. Het geeft hen een gevoel van vrijheid en avontuur. Maar het is meer dan dat. Buiten krijgt het kind andere spelmogelijkheden dan binnen en daarmee ook andere ontwikkelingskansen. Het is buiten vrij, er zijn minder regels, je mag lawaai maken en lekker rennen. Kinderen raken hun energie kwijt en halen een frisse neus. Ze oefenen sociale vaardigheden en ze ervaren de seizoenen. Alle ontwikkelingsgebieden worden buiten verweven in de activiteiten. Het is daarom géén pauze, maar onderwijstijd.

2. Toon interesse; Laat een belangstellende houding zien door mee te spelen, te observeren en te vragen. Maar ook door op het juiste moment nieuwe materialen aan te bieden. Zo laat u merken dat u buitenspelen een belangrijke activiteit vindt. Maak het spannend, neem kinderen mee in een verhaal en doe mee, wanneer dit gewenst is. Heb aandacht voor het zoveelste zandtaartje en maak foto’s van hutten of andere bijzonderheden (voor in de nieuwsbrief & op de website). Zet uw pedagogische kwaliteiten in op plekken waar het nodig is. Heb aandacht voor de voetballers en ook voor de kinderen die het liefst op een bankje zitten. Uw plezier in het spel neemt kinderen mee!

3. Léér kinderen spelen; Voor de achterbankgeneratie is het niet meer vanzelfsprekend dat ze thuis genoeg buitenspeelervaringen opdoen. Buitenspeelplekken in woonwijken zijn vaak inspiratieloos en saai. Bovendien vinden veel ouders het lastig om hun kinderen buiten te laten spelen. Angst speelt daarbij een grote rol. Daardoor hebben scholen er een belangrijke taak bij gekregen. Probeer het buitenspeelplezier weer naar boven te halen bij de kinderen. Door verrassende activiteiten te delen, krijgen ouders ideeën aangereikt. Leer de kinderen spelletjes en geef ze spullen die anders in de container zouden verdwijnen. Dit is vaak fantastisch speelmateriaal!

4. Bereid het buitenspelen voor; Het mag niet zo zijn dat we 6 á 7 uur onderwijstijd niet voorbereiden. Vergelijk dit eens met de aandacht die wordt besteed aan bijvoorbeeld de speelwerkles. Probeer elke dag een kwartier te besteden aan het zoeken naar uitdagende activiteiten en verzamel het benodigde materiaal.

5. Variatie in aanbod; Zoek voor alle kinderen regelmatig een passend aanbod. Zorg ervoor dat alle kinderen het gevoel hebben dat ze gezien worden door rekening te houden met hun wensen en interesses. Bedenk muziekactiviteiten voor kinderen die daarvan houden. Of bereid natuur-, expressie-, of rekenactiviteiten voor. U zult merken dat er ook kinderen aanhaken die u van te voren niet op het oog had. Organiseer zo nu en dan een wedstrijd voor de liefhebbers. Creëer rust- en laterfanthoeken voor kinderen die snel overprikkeld raken of zet een speurtochtje uit voor wie van spanning en sensatie houdt.

6. Groen doet goed; We weten inmiddels dat op groene speelplekken minder wordt gepest. Overweeg het planten van een boom of het aanleggen van een moestuin. Begin maar eens met het verwijderen van een tegel… Bekijk met de kinderen wat daaronder vandaan komt. Met een vergrootglas in de hand en een kriebelbeestjeskaart hebt u een mooie buitenactiviteit. De kinderen zullen verrast zijn over het leven dat onder die tegel zit. Probeer een hoekje in te richten met takken van een wilg. Volgend jaar is het groen! Ook op grijze tegelpleinen kunt u genoeg groene activiteiten aanbieden.

7. Losse materialen; Verzamel spullen waar kinderen mee kunnen slepen en sjouwen: kleden, planken, takken, dozen, oude kinderwagens, buizen, (plastic) zakken, emmers (met en zonder gat), dennenappels, touwen, stenen, enzovoort. Op veel speelplaatsen ligt weinig los materiaal waardoor er ‘arm spel’ ontstaat. Geef niet alles tegelijk, maar wissel af. Zo blijft het spel uitdagend en zullen kinderen met veel plezier plannen maken en ze uitvoeren.

8. Ruimte voor energieke kinderen; Omdat er zoveel verschillende behoeften zijn, is het belangrijk oog te hebben voor veiligheid voor de één en ruimte voor de ander. Drukke kinderen willen heel graag naar buiten, maar kunnen niet altijd hun energie in goede banen leiden: er ontstaan dan botsingen en conflicten. Uw hulp, zorg en aandacht is nodig om deze kinderen buiten te begeleiden. Geef deze kinderen gelegenheid om te rennen en te rollebollen! Geef ze de gelegenheid -binnen de kaders van veiligheid voor de anderen- om lekker hun gang te gaan.

9. Veiligheid voor het stille (angstige) kind; Dit is het kind dat graag bij u in de buurt blijft. Het overziet de drukte en de enorme wirwar aan mogelijkheden niet. Probeer op de speelplaats een ristig plekje te creëren. Geef aandacht en laat nabijheid voelen. Initieer een rustig spel met een klein groepje. Speel mee voor een veilig gevoel en doe pas een stapje terug wanneer het kan. Blijf het spel op afstand volgen zodat er succeservaringen ontstaan.

10. Teamwork; Denk binnen het team na over het pedagogisch klimaat op de speelplaats. Passend onderwijs is juist buiten zó nodig! Bespreek in het team regelmatig de kinderen met speciale behoeften, zodat elk teamlid op de hoogte is. Kijk of de organisatie van het buitenspelen handiger kan, bijvoorbeeld door één persoon het buitenspeelgoed te laten uitdelen, terwijl de ander op dat moment een spel initieert. Ga creatief om met het budget: 7 uur onderwijs per week mag zich ook vertalen in de besteding van het beschikbare geld. Deel regelmatig de successen, zodat de motivatie blijft om er buiten elke dag een feestje van te maken!